Flavius Josephus, De oude geschiedenis van de joden, [2014], VIII, xv, 5 The Israelite king is most probably Jehoram, son of Ahab, and the Syrian monarch Ben-hadad II. Josephus (Ant., VIII, xv, 5) identifies Naaman with the man who drew his bow at a venture, and gave Ahab his death wound (1 Ki 22:34).
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [65]spande een man den boog in zijn [66]eenvoudigheid, en [67]schoot den koning van Israel tussen de gespen en tussen het pantsier. Toen zeide [68]hij tot zijn voerman: Keer uw hand, en voer mij uit het leger, want ik ben zeer [69]verwond. 65. Hebreeuws, trok met den boog. 66. Dat is, zonder enig voornemen of gedachten te hebben van den koning Achab met zijn schot te treffen. Zo wordt het Hebreeuwse woord ook genomen 2 Sam.15:11; 2 Kron.18:33. 67. Hebreeuws, sloeg. Zie Gen.8:21. 68. Namelijk, de koning Achab. 69. Hebreeuws, ziek gemaakt, of, verzwakt.